Noot van de redactie: Dit stuk werd als eerste gepubliceerd op de website van WIRED als onderdeel van een contentsamenwerking.
De meeste mensen denken, bij bedrijven die ernaar streven hun CO₂-emissies te verlagen, vooral aan technologiebedrijven. Maar om werkelijk impact te hebben op de gigatonnen aan jaarlijkse uitstoot waarmee de opwarming van de aarde wordt versneld, moeten bedrijven in allerlei sectoren, niet alleen technologie, verder gaan dan enkel CO₂-neutraal te werken en moeten ze streven naar de ontwikkeling van CO₂-negatieve oplossingen.
Maar wat betekent CO₂-negatief eigenlijk? Simpel gezegd: de term ‘ CO₂-negatief’ beschrijft oplossingen, technologieën of producten die resulteren in minder CO₂ in de atmosfeer van de aarde. Dit concept kan beelden oproepen van enorme filters, het opzuigen van lucht en eliminatie van CO₂-uitstoot. Gelukkig is het allemaal niet zo ingewikkeld.
De droom van CO₂ in grote hoeveelheden uit de lucht zuigen, en daarmee het probleem omkeren in plaats van onder controle houden, is op dit moment in financieel opzicht geen haalbare optie. Maar er bestaat al een zeer interessante benadering van CO₂-negativiteit en die omvat, heel tegenstrijdig, het omarmen van koolstof. Wat wellicht nog verrassender is, is dat de industrie die verantwoordelijk is voor het stimuleren van deze veelbelovende stap, niet degene is die als ‘high-tech’ wordt bestempeld, namelijk de tapijttegelfabrikant.
In de afgelopen 25 jaar is commercieel vloerfabrikant Interface erin geslaagd zichzelf te profileren als een duurzame koploper na het ‘dolksteek in de borst-moment’ van de oprichter van het bedrijf, Ray Anderson. Dit moment opende zijn ogen voor de dringende noodzaak een nieuwe route voor het bedrijf uit te stippelen. Daarmee deed hij de door olie gedomineerde tapijtindustrie op zijn grondvesten schudden door te stellen dat Interface vastbesloten was om het eerste duurzame, en uiteindelijk klimaatherstellende bedrijf ter wereld te worden.
En in 2020 gaat Interface, dat inmiddels CO₂-neutraliteit over de gehele levenscyclus van zijn tapijttegels en veerkrachtige vloerproducten heeft gerealiseerd, nog verder. In 2021 zal het bedrijf ook andere sectoren wakker schudden met de introductie van een tapijttegel die CO₂-negatief is van cradle-to-gate (vanaf de grondstoffen tot en met het eindproduct).
Geïnspireerd door de natuur, gemaakt om haar te respecteren
Voor de ontwikkeling van zijn CO₂-negatieve producten begon Interface met onderzoek naar hoe de natuur koolstof beheert om de planeet in balans te houden. In deze koolstofcyclus hebben bossen, oceanen, grassen en gewassen allemaal processen, zoals fotosynthese, die koolstof uit de atmosfeer absorberen en vervolgens opslaan in structuren waardoor het niet meer vrijkomt. Het innovatieteam van Interface realiseerde zich al snel dat het opslagvermogen van de natuur moest nabootsen door te leren werken met CO₂ en het te gebruiken als bouwsteen om betere producten mee te produceren.
Omdat tapijttegels uit twee primaire componenten bestaan, de beschermende onderlaag ofwel ‘backing’ en de bovenlaag van garen, moest Interface de balans vinden in hoe de materialen in deze twee componenten samen functioneren om de impact van de totale CO₂-voetafdruk van het product te verkleinen.
Voor de nieuwe lijn CQuest™-backings heeft Interface daarom nieuwe bio-based materialen gebruikt, waaronder een biocomposiet dat CO₂ in materialen opslaat. Dit is CO₂ dat anders in de atmosfeer terecht zou komen. Deze bio-based materialen zijn de sleutel tot het CO₂-negatief maken van de backings. Ze maken gebruik van de koolstofopslageigenschappen van planten die essentieel zijn voor de koolstofcyclus. In de natuur geven planten doorgaans slechts de helft van de CO₂ die ze absorberen vrij. Maar wanneer planten sterven, komt alle die ze hebben opgeslagen weer in de atmosfeer terecht. Interface streeft ernaar dit proces te onderbreken en plantaardige oliën en harsen te mixen met gerecyclede kalksteen tot een biocomposiet om zo een nieuw type backingmateriaal te creëren dat tevens fungeert als CO₂-opslag.
“Door over te stappen op bio-based materialen en af te stappen van op aardolie gebaseerde materialen, verminderen we de hoeveelheid CO₂ in de natuurlijke CO₂-cyclus en wordt alle CO₂ die vrij zou komen gebruikt om als alternatief, van olie afgeleid materiaal te maken“, zegt John Bradford, Chief Science en Technology Officer bij Interface.
Interface heeft bovendien meer gerecyclede materialen voor de bestaande backings gebruikt in plaats van nieuwe, kunstmatige materialen te maken. Dit is een cruciale stap omdat de CO₂-voetafdruk van een materiaal doorgaans voor circa 70 procent uit extractie en bewerking bestaat. Het innovatieteam heeft vervolgens gemeten hoe deze nieuwe materialen de CO₂-voetafdruk van de CQuest™-backing beïnvloeden. Wanneer ze zelfstandig worden gemeten, zijn hun gereduceerde CO₂-voetafdruk plus hun CO₂-opslag per saldo CO₂-negatief. Ze halen dus meer CO₂ uit de atmosfeer dan dat het productieproces uitstoot.
CQuest™Bio is een vinylvrije biocomposiet-versie en de CQuest™BioX-backing, die uit een nog grotere concentratie CO₂-negatieve materialen bestaat, is de vinylvrije backing die wordt gebruikt voor de CO₂-negatieve tapijttegels van Interface.
De CO₂-negatieve materialen in CQuest™BioX-backing, in combinatie met speciale garens en bedrijfseigen tuftprocessen resulteren in een CO₂-negatieve tapijttegel. Het eindproduct is een combinatie van duurzaamheid, toonaangevend design en een negatieve CO₂-voetafdruk. Dit is goed voor de aarde. Naast de nieuwe CQuest™-backings heeft Interface recentelijk ook de eerste drie CO₂-negatieve tapijttegelstijlen geïntroduceerd als onderdeel van de Embodied Beauty™-collectie. Met deze CO₂-negatieve tapijttegelopties kunnen ontwerpers en inkopers de CO₂-voetafdruk van de ruimtes die ze ontwerpen verlagen zonder in te leveren op functie, prestatie of stijl. En het is belangrijk op te merken dat de CO₂-opslageigenschappen van de producten niet beperkt blijven tot de levenscyclus van het tapijt.
Interface streeft ernaar zijn tapijttegels vele levens lang mee te laten gaan en heeft de verwerking van gerecyclede materialen tot een integraal onderdeel van zijn productieprocessen gemaakt. Het resultaat is dat klanten worden gestimuleerd producten aan het eind van hun levenscyclus in te leveren via het ReEntry™-programma van het bedrijf of andere, lokale inzamelprogramma’s. “Het is ons doel het product terug te brengen en te recyclen tot nieuwe producten om de CO₂ zo verder in ons kringloopsysteem op te slaan“, aldus Bradford. “Toen we aan de ontwikkeling van CO₂-negatieve producten werkten, hebben we ons productieproces speciaal opgezet om dit gerecyclede materiaal te gebruiken.” En zelfs als de tapijttegel niet wordt gerecycled, zal de backing van de tegel het CO₂ vasthouden en het generaties lang uit de atmosfeer houden.
Andere bedrijven inspireren om het voorbeeld van Interface te volgen
Interface heeft een antwoord gevonden op de vraag hoe een CO₂-negatieve toekomst te introduceren in de wereld van vloerproducten. Het laat in breed perspectief zien hoe bedrijven op creatieve en verantwoorde wijze hun eigen CO₂-voetafdruk kunnen verkleinen. En Interface is niet de enige. CO₂-negatieve producten komen steeds vaker voor in verschillende sectoren, zoals bijvoorbeeld in hoogwaardige schoenen, meubels en sieraden.
“Het idee hierachter is om de CO₂-voetafdruk als nieuwe factor tijdens het ontwerpproces acceptabel te maken onder een bredere groep mensen“, zegt Bradford. Bedrijven kunnen hun uiterste best doen om te voldoen aan de vraag van de consument naar een kleinere CO₂-voetafdruk of ze kunnen ervoor kiezen nu zelf te handelen en te kijken hoe ze hun impact op de opwarming van de aarde kunnen verkleinen. “Wanneer een van die dingen of beide dingen gebeuren, zullen we ook een verschuiving zien naar producten met een kleinere CO₂-voetafdruk.”