Onze duurzaamheidsreis begon met de openbaring van onze oprichter Ray Anderson in 1994. Iemand stelde hem de vraag die ons bedrijf voor altijd zou veranderen:
“Wat doet uw bedrijf voor het milieu?”
Om het antwoord op deze vraag te vinden, las Ray een boek van Paul Hawken, ‘The Ecology of Commerce’, waardoor hij zich realiseerde dat Interface het milieu meer schade toebracht dan beschermde.
Vanaf dat moment heeft Ray ons bedrijf veranderd door onze producten, processen en middelen te heroverwegen en zijn nieuwe interesse in het klimaat door te voeren.
De reis omvatte veel doelstellingen die op het eerste gezicht onhaalbaar leken, namelijk een complete verandering in de bedrijfscultuur en denkwijze van Interface en een oproep aan andere bedrijven om na te denken over hun eigen impact op het milieu.
We hebben sindsdien veel geleerd. Lees verder voor een aantal van de wijsheden van Ray Anderson, die u kunt toepassen op uw bedrijf.
Les 1: ga voor het hoogst haalbare
Stel gedurfde doelen voor uw bedrijf en denk verder dan resultaten.
Onze nieuwe doelstellingen leken onmogelijk. Ray zag elke vraag als een kans, in plaats van een beperking.
Onze duurzaamheidsreis begon door gedurfde en ongemakkelijke doelen te stellen – zonder een oplossing hoe we ze zouden bereiken.
Verduurzamen was onze drijfveer om te innoveren en dat is nog steeds zo. Onze volgende ambitie: Tegen 2040 een CO2-negatieve onderneming zijn.
We hebben al veel vooruitgang geboekt. We hebben onze fabrieken, producten en toeleveringsketen getransformeerd – inclusief het gebruik van innovatieve nieuwe koolstofopslaggrondstoffen – om onze CO2-uitstoot drastisch te verminderen.
We hebben wetenschappelijk onderbouwde doelen gesteld om onze absolute uitstoot tegen 2030 met 50% te verminderen, een doel dat in lijn is met het niveau van decarbonisatie dat nodig is om de aarde op een veilige temperatuur te houden. Dat onze doelen zijn gevalideerd door een derde partij, het Science Based Targets initiative (SBTi), is een van onze prestaties waar we het meest trots op zijn, een bevestiging dat we op de goede weg zijn om ons volgende doel te bereiken.
Les 2: Er schuilt een designer in ons allemaal
Spoor jezelf – en je team – aan om tot het uiterste te gaan.
Bij Interface zijn we altijd op zoek naar een betere manier van ontwerpen. Bij ons heerst er een cultuur van dromers en doeners op een constante missie om te innoveren.
De creatie van onze i2™ Design Approach was het resultaat van een andere vraag die we onszelf hebben gesteld: Hoe zou de natuur een vloer ontwerpen?
i2™ is gebaseerd op het concept van biomimicry, een wetenschap die de modellen, systemen en processen van de natuur bestudeert en dit toepast op bijvoorbeeld fabrieken. Ons team verlegde de grenzen en creëerde Entropy®, dat een revolutie betekende voor modulaire vloeren. Wat deze producten zo speciaal maakt, is dat het ontwerp de schoonheid van een bos nabootst met variaties van tegel tot tegel in patroon, kleur en textuur. Geen twee tegels zijn hetzelfde, maar ze passen perfect bij elkaar, waardoor vervanging van iedere tegel afzonderlijk mogelijk is. Dit leidt tot minder afval.
In 2020 onthulden we Embodied Beauty™, onze eerste tapijttegelcollectie met CO2-negatieve tapijttegels. Een primeur voor Interface en een primeur voor de gehele vloerenbranche.
Door op een innovatieve manier gebruik te maken van gerecycled materiaal en biobased materialen, hebben we tapijttegels gemaakt met materialen die koolstof opslaan, waardoor deze niet vrijkomt in de atmosfeer. Deze producten bereikten een negatieve CO2-voetafdruk gemeten van wieg tot poort, zonder het gebruik van koolstofcredits.
Van de ontwikkeling van nieuwe ontwerpbenaderingen tot de creatie van de allereerste CO2-negatieve tapijttegel, we hebben veel successen geboekt – allemaal omdat we elkaar hebben uitgedaagd om tot het uiterste te gaan.
Stel altijd vragen, want je weet nooit welke creativiteit ze bij jezelf en je teamgenoten teweeg kunnen brengen.
Les 3: De theorie van het rimpeleffect
Beïnvloed anderen om jouw voorbeeld te volgen en maak impact op de wereld.
Elke dag moeten we de keuze maken: Helpen we ons milieu of schaden we het? Ray heeft altijd geloofd dat zelfs de kleinste, onbeduidende verandering een grote impact kan hebben – een rimpeleffect dat een grootschalige keten van gebeurtenissen beïnvloedt.
We hebben dit rimpeleffect op verschillende manieren in gang gezet, onder andere via strategische partnerschappen. Toen we in 1994 begonnen met onze duurzaamheidsreis, waren we op een solomissie. Maar we realiseerden ons al snel dat we niet dezelfde vooruitgang konden boeken zonder onze leveranciers erbij te betrekken.
We gingen een stap verder met onze Mission Zero® door dezelfde meetcriteria en doelen toe te passen op onze leveranciers in wat we het ‘Suppliers to Zero’-programma noemden. Dit programma had drie doelstellingen: geen koolstofvoetafdruk, geen gebruik van nieuwe materialen en geen gebruik van schadelijke chemische stoffen, naast het “hergebruik of recycling” van materialen.
Dit was moeilijk, maar niet onmogelijk. Het leidde tot een meer dan 20 jaar durend partnerschap met Aquafil, onze nylonleverancier, en resulteerde in de creatie van Aquafil’s ECONYL-garen dat is gemaakt van gerecyclede visnetten, tapijtpluis en ander afval.
Door 100 procent gerecycled nylon van Aquafil te kopen, hebben we niet alleen onze toeleveringsketen opnieuw vormgegeven, maar zijn we ook in staat geweest om de ecologische voetafdruk van onze producten drastisch te verminderen.
Ray was een evangelist voor verandering. Net als Aquafil beïnvloedde hij de bouwindustrie, het bedrijfsleven en overheden om hun eigen duurzaamheidsdoelen te stellen. Zijn nalatenschap leeft voort in alles wat we doen.
Door ons verhaal te vertellen en anderen te inspireren, blijven we verandering stimuleren en onze positieve impact op de wereld meten.
Dus laten we je achter met één vraag: Wat doet jouw bedrijf voor het milieu?