Kan een ruimte in een gebouw naast een positief effect op de gebruikers ervan ook een positief effect hebben op het omringende milieu? Wij zijn ervan overtuigd dat het antwoord ‘ja’ is.
Vroeger werd er bij gebouwen alleen gekeken naar de functionaliteit en esthetiek van een ruimte. Naarmate de bouwprocessen zich ontwikkelden, werd duidelijk dat een aantal ontwerp-, bouw- en productkeuzes schadelijk waren voor het milieu (en in veel gevallen voor het welzijn van de gebruikers van de ruimte). Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van groene bouwpraktijken met als doel om de impact van gebouwen op het milieu te verminderen. Gebouwen leggen een enorme druk op grond-, water- en energiegebruik en zorgen voor luchtvervuiling. Willen we in de toekomst duurzaam zijn dan moet het verbruik van natuurlijke hulpbronnen en de vervuiling die gebouwen veroorzaken omlaag, aldus het Environmental Protection Agency (EPA).
Vandaag nemen we een nog steviger standpunt in om het milieu te beschermen. Onze duurzaamheidsinspanningen zouden een stap verder moeten gaan dan alleen het minimaliseren van onze negatieve impact. Het is belangrijk dat we onderzoeken hoe we daadwerkelijk een positieve bijdrage kunnen leveren aan onze planeet.
Waarom het van belang is
Volgens de NASA zorgt menselijk handelen op aarde voor een verstoring van het natuurlijke broeikaseffect. In de afgelopen eeuw is door de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals koolstof en olie, de concentratie van koolstofdioxide (CO2) in de lucht gestegen. Onder toezicht van de Verenigde Naties heeft het intergouvernementele panel over klimaatverandering (een groep van 1300 onafhankelijke wetenschappelijke experts uit landen van over de hele wereld) vastgesteld dat in de afgelopen 150 jaar door industriële activiteiten de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht is gestegen van 280 deeltjes per miljoen luchtdeeltjes naar 400 deeltjes per miljoen luchtdeeltjes. Het panel concludeerde ook dat er meer dan 95% kans is dat de door de mens geproduceerde broeikasgassen zoals koolstofdioxide, methaan en stikstofoxide voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de waargenomen temperatuurstijging op aarde in de afgelopen 50 jaar.
Kiezen van CO2 verantwoorde materialen en processen
Hoewel auto’s en de industrie de meest voor de hand liggende oorzaken zijn van de uitstoot van broeikasgassen, leveren gebouwen ook een belangrijke bijdrage. Volgens de International Energy Association worden in de komende 35 jaar in steden wereldwijd 0,6 triljoen vierkante meter aan nieuwe gebouwen gebouwd of herbouwd. Om daar een beeld bij te geven: mensen die om de 35 dagen een stad zo groot als New York bouwen en dat 35 jaar lang. Gebouwen zorgen voor 40% van alle jaarlijkse CO2-uitstoot en ze verbruiken een enorme hoeveelheid elektriciteit (voor licht, warmte/koelte, beveiliging, etc.). Sterker nog, 75% van alle elektriciteit die in de Verenigde Staten wordt opgewekt, wordt gebruikt om gebouwen operationeel te houden. Voor alle gebouwen geldt dat niet alleen het energieverbruik bijdraagt aan de CO2-uitstoot, maar ook de materialen en processen die gebruikt worden om ze te bouwen. Het verminderen van deze opgenomen CO2 is dus de meeste urgente uitdaging voor ons allemaal.
De opwarming van de aarde treft ons allemaal. En hoewel het voor veel bedrijven en mensen een grote zorg is, is het soms lastig om te weten hoe we een positieve bijdrage kunnen leveren. Bij Interface is ons Carbon Neutral Floors programma een positieve stap in de richting van een beter klimaat. Het helpt onze klanten om de ecologische voetafdruk van de ruimtes die ze ontwerpen te verminderen.
Alle Interface-producten zijn nu klimaatneutraal gedurende de gehele levenscyclus van het product. We verwachten dat we in 2018 400.000 ton aan koolstofuitstoot kunnen compenseren als onderdeel van het ‘Carbon Neutral Floors’-programma. Dit staat gelijk aan de hoeveelheid koolstof die jaarlijks door bijna 200.000 hectare bos wordt opgenomen. Dat is twee derde van het Yosemite National Park in Californië of twee keer New York City.
We hanteren een holistische aanpak bij het ‘klimaatneutraal’ zijn. We betrekken hierbij alle fasen van de levenscyclus van een product, van de grondstoffen die we gebruiken tot aan de productie, het transport, onderhoud en uiteindelijk het terugnemen van afgedankte producten. Omdat we bij Interface de CO2 voetafdruk van onze producten al hebben verlaagd naar het laagste niveau in de sector, is het financieel gezien haalbaar (en nog belangrijker, beter voor het milieu) om neutraliteit via de leverketen van de producten en door middel van de aankoop van emissierechten te realiseren.
Via het ‘Carbon Neutral Floors’-programma kunnen we elke klant informeren over de milieu-impact van hun aankoop. Voor elke vloer kunnen we de geschatte afname van de CO2-uitstoot berekenen en deze informatie tijdens het project aan de klant overhandigen. Bijvoorbeeld: de CO2-uitstoot die bij elke 1000 vierkante meter aan Interface-vloer gecompenseerd wordt, is te vergelijken met een auto die 40.000 km rijdt of met een reis rond de wereld.
“Architecten, ontwerpers, vloerleggers en eindgebruikers beginnen in te zien dat hun beslissingen (de producten die ze uitkiezen en kopen) een directe impact hebben op ons klimaat. Door te kiezen voor producten van Interface kunnen ze hun bijdrage leveren aan het terugdringen van opgenomen CO2. En samen moeten we opgenomen CO2 gaan zien als een kans en aandacht geven aan degenen die het voortouw nemen. Met elke aankoop dragen onze klanten nu hun steentje bij aan dit belangrijke streven,” aldus Interface Chief Sustainability Officer Erin Meezan.
Interface heeft ook de handen ineengeslagen met Gensler als onderdeel van MaterialsCAN (het Materials Carbon Action Network), een gevarieerde samenwerking met als doel de voetafdruk van opgenomen CO2 in onze gebouwen te verminderen. Gensler is zich bewust van het enorme CO2-probleem dat veroorzaakt wordt door het gebruik van grote hoeveelheden materialen voor bouw- en stedelijke projecten. Het bedrijf richt zich op manieren om dit terug te dringen en niet langer CO2 te gebruiken voor bouwmaterialen.
De Living Building Challenge
Het moge duidelijk zijn dat we niet de enigen zijn die ons afvragen hoe gebouwen kunnen bijdragen aan een gezondere planeet. Het International Living Future Institute heeft de volgende vraag gesteld: “Wat als elk afzonderlijk ontwerp of bouwproject de wereld een betere plek zou maken?”
In antwoord op deze vraag heeft de organisatie The Living Building Challenge ontwikkeld: een uitgebreide, bewezen prestatienorm voor gebouwen. Mensen van over de hele wereld gebruiken dit regeneratief ontwerpkader om ruimtes te creëren die meer geven dan ze nemen. Living Buildings:
- Zijn regeneratieve gebouwen die de gebruikers ervan in contact brengen met licht, lucht, voedsel, natuur en community.
- Zijn zelfvoorzienend en blijven binnen de verbruikslimieten van hun omgeving.
- Zorgen voor een positief effect op de mens en de natuurlijke systemen waarmee ze in contact staan.
Het Bullitt Center, in Seattle, Washington was het eerste kantoorgebouw dat in april 2015 het Living Building-certificaat kreeg. Het gebouw, dat staat op een plek dat een aantal eeuwen geleden een bos was vol met Douglassparren, is ontworpen door de in Seattle gevestigde Miller Hull Partnership om te functioneren als een boom. “Het voorziet niet alleen in onderdak en voedsel, zoals een boom zou doen voor herten, elanden, vogels en eekhoorns, maar het wekt ook zijn eigen energie op uit water en zonlicht. Het produceert geen giftige stoffen en zet zijn afval om in voedingstoffen,” aldus Bullitt Foundation President Denis Hays. Het 16.000 vierkante meter grote gebouw heeft zes verdiepingen en is in handen van de Bullitt Foundation. Het dient als prachtig voorbeeld van wat de Foundation voor elkaar heeft gekregen in hun streven om voorop te blijven lopen in de duurzaamheidsbeweging.
Een voortrekkersrol
Sinds de oprichting in 1993 is de U.S. Green Building Council (USGBC) bezig om de gevolgen van klimaatverandering te beperken door middel van groene gebouwen. USGBC’s LEED-scoresysteem helpt om gebouwen, wijken en zelfs steden te realiseren die minder energie en hulpbronnen verbruiken en een lagere CO2-voetafdruk hebben. Meer dan 700.000 vierkante meter wordt elke dag LEED-gecertificeerd en meer dan 94.000 projecten maken gebruik van LEED. Bovendien wordt het in meer dan 165 landen en gebieden toegepast.
Door middel van specifieke, op credit gebaseerde strategieën en strikte normen leidt LEED ontwikkelaars en gebruikers naar structuren waar ze trots op kunnen zijn, structuren die zo min mogelijk broeikasgassen uitstoten en zo in mogelijk water en energie verbruiken. Van de 100 punten in totaal voor LEED v4, zijn er 35 bedoeld voor strategieën die de impact op het klimaat beperken. Er kunnen vier verschillende credits verdiend worden voor vermindering van de broeikasgasuitstoot. Daarnaast zijn er credits voor duurzame locatie, toegang tot openbaar vervoer, water- en energieverbruik, emissierechten en verminderde levenscyclusimpact.
Het proces naar een klimaat waarin we kunnen leven
In het kader van ons ’take-make-waste’-productiebedrijf heeft Interface zorgvuldig gekeken naar wat het betekent om een bedrijf op duurzame wijze te runnen. We vroegen ons af: als de natuur een industrieel proces zou ontwikkelen, hoe zou het er dan uitzien? De beginselen van de natuur vormden de uitgangspunten voor hoe we ons bedrijf zouden runnen: gebruik van duurzame energie, de vorm aanpassen aan de functie, alles recyclen en geen afval produceren. Met deze lessen stellen we dezelfde doelen op voor ons bedrijf: duurzame energie gebruiken, geen afval produceren bij onze bedrijfsactiviteiten en de materialen van onze producten recyclen en opnieuw gebruiken.
Gemiddeld genomen valt ongeveer 70 procent van de CO2-voetadruk van een bepaald materiaal toe te schrijven aan de winning en verwerking van een grondstof. Om dus iets te kunnen doen aan onze totale CO2-voetafdruk, hebben we bij Interface gekeken hoe we onze producten kunnen aanpassen om te zorgen voor een gezondere planeet. Als we kijken naar ons prototype-tegel Proof Positive, dan bereiken we dit doel door natuurlijke, plantaardige materialen te gebruiken in onze tapijttegel om zo een product te creëren dat eigenlijk heel gunstig is voor het milieu. De planten waaruit deze hulpbronnen afkomstig zijn, hebben koolstof uit de atmosfeer opgenomen en na het oogsten van de materialen kan de plant gewoon doorgroeien. De koolstof komt dan terecht in het gesloten systeem dat Interface in de laatste twee decennia heeft ontwikkeld.
We kijken ook naar de backing van het tapijt en wat we kunnen doen aan de uitgestoten CO2 in de lucht. Onze CircuitBac Green™-backing is gemaakt van een combinatie van bioplastic en minerale vuller. Het is de eerste stap in het op de markt brengen van onze Proof Positive-prototypetegel. De combinatie bevat een biomateriaal dat een CO2-negatief alternatief biedt voor bestaande materialen voor backings. Dit betekent dat tijdens de productie meer CO2 wordt opgenomen dan uitgestoten. Met als resultaat dat er minder CO2 in de lucht zit.
Onze nieuwe missie op het gebied van duurzaamheid, Climate Take Back™, daagt ons en anderen uit om bij te dragen aan een ruimte die ons allemaal verzorgt: onze planeet. Wij bij Interface zijn optimistisch dat we de opwarming van de aarde kunnen stoppen. Samen nemen we stappen om een klimaat te creëren waarin we goed kunnen leven, evenals een omgeving waarin iedereen ondersteund wordt. We weten dat dit mogelijk is.
We weten dat we de opwarming van de aarde kunnen stoppen als we ons richten op vier belangrijke gebieden:
- Live Zero – Zakendoen op manieren die ervoor zorgen dat de aarde terugkrijgt wat haar ontnomen is.
- Love Carbon – Koolstof niet meer zien als vijand, maar als hulpbron.
- Let Nature Cool – Onze biosfeer helpen om het klimaat te reguleren.
- Lead Industrial Re-revolution – De industrie transformeren in een belangrijke speler voor klimaatvooruitgang.
Word onderdeel van de oplossing
We weten dat we niet de enige zijn die hierin geloven. Uit wereldwijd onderzoek blijkt dat 95% van de klimaatexperts en 91% van de opkomende ondernemers ook denkt dat we een klimaat kunnen creëren dat levenslang meegaat. In de gebouwde omgeving gaan we de uitdaging aan om ruimtes te creëren die niet alleen positieve ervaringen bieden aan de gebruikers, maar ook voor de planeet als geheel. De oplossing ligt in het zorgvuldig kijken naar het energieverbruik en de processen en de producten die voor de ruimte gebruikt worden, waaronder productie en levenscycli. De ultieme vraag is: hoe kan deze ruimte meer teruggeven dan dat het neemt?